Dagboek
van een parkeerwachter
Daar sta ik
dan te midden van - in vervaarlijk donkerblauw uniform gestoken -
parkeerwachters. Tegen mijn zin in ben ik hier gedumpt door een mij kwaadwillig
gestemde trajectbegeleidster van de Sociale Dienst. Ik ben één van de eerste
langdurig werklozen die – in Lelystad - volgens het Amerikaanse Wisconsin-model tewerk is gesteld.
Een half jaar lang ben ik door haar - een ingehuurde particulier die afgekomen
is op de vette bonus die de gemeente Lelystad haar in het vooruitzicht heeft
gesteld - van hot naar her gestuurd; en tientallen afwijzingen op onzinnige
sollicitaties liggen achter me.
Jawel, Lelystad kent voor sommige mensen een gigantische structurele werkloosheid.
Nee, ik ben niet iemand van 64 die geen opleiding heeft nog iemand die
geestelijk- en lichamelijk gestoord is. Ik ben een redelijk bekwame en ervaren electronicus en programmeur van 49 die
anarchistische en communistische ideeën heeft. Ik geef amper om geld en
bezit, en al die auto’s ervaar ik als een ernstige inbreuk op mijn
levensomgeving. Ik ben zo’n softe idealistische
hippie, die problemen heeft met het vaak zo corrupt bevonden establishment.
Eigenlijk voel ik me vaak een anachronisme in deze zo materialistische tijd.
Hoe vreemd is het om te staan temidden van deze handhavers van een mij
onbekende orde.
Geheel tegen mijn verwachting werd ik aangenomen. De direkteur
van het “Parkeer Service Bureau” (uitbesteed aan het bedrijf Perspectief) zit
te springen om iemand die met die mirakelse computers kan omgaan. En binnen de
door de Melkert aangeboden mogelijkheden (een ID-baan)
kan hij mij als “Technisch Beheerder” goed gebruiken. Eigenlijk weet ik
helemaal niet wat ik daar nu allemaal van moet vinden. Ik heb me nooit verdiept
in het parkeerbeleid van de Gemeente Lelystad en als “autoloze” heb ik nog
nooit een parkeerbewijs getrokken.
Nieuwsgierig volg ik de “briefing” waarmee de dienst begonnen wordt. “Zijn er
nog vragen”, eindigt de wachtmeester zijn opsomming van zaken waarmee de
controleurs rekening dienen te houden. De directeur reageert en roept ons op om
vooral maar naar voren te komen met grieven, want: “Met een bal in je maag kan
je de dienst niet aanvangen”. Niemand reageert.
Na afloop vraagt hij me mee te komen naar zijn ruime kantoor (ruim gezien de
krappe ruimte in het noodgebouwtje waarin wij moeten werken). Zo moet ik werken
in een drukke ruimte waarin alle telefoontjes binnenkomen en van waaruit alle
mensen die aan de balie komen (vanachter gepantserd glas) te woord gestaan
worden, verder bevindt er zich de dienst ingang. Hij vertelt wat over hoe de
organisatie eruit ziet en over wat hij van mij verwacht. Pas na wat doorvragen
van mij over hoe het zit met auditing (=
beveiligprotocollen via hiërarchische structuren d.m.v. passwords)
en hoe hij ISO 9001 wil toepassen (= hoe procedures gebruikt en vastgelegd
dienen te worden) vertelt hij over zijn wensen om
vanuit zijn eigen computertje toegang te krijgen tot her en der in Pc’s
aanwezige informatie. Ik moet een computernetwerkje aanleggen.
Na het gesprek ga ik mee met een controleur die blijkbaar de zorg op zich heeft
genomen om de ticketautomaten te service’n. Hij voert
me langs alle automaten. Terug gekomen word ik gewezen op de TMA-computer. Dit is een PC waarop een programma draait
waarmee informatie van deze ticketmachines verzameld wordt. Als de dood om iets
in dit proces te verstoren probeer ik die dag daarin enig inzicht te krijgen.
Aan het einde van de dag wordt er in het Blauwe Boek door de wachtmeester
aangetekend wat er zich aan bijzonderheden heeft voorgedaan. Ernstige storingen
aan de apparatuur worden er ook in vermeld. Om 18:00 uur mag ik naar huis. Mijn
eerste dag zit erop.
Ik begin
die dag om samen met de technische controleur alle ticketautomaten na te lopen.
Sommigen worden geopend, anderen worden slechts getest door er een muntje in te
gooien waarna de transactie afgebroken wordt – want dat kost hem dan zijn
muntje. Ik zie dat zich in deze automaten tal van storingen voordoen. Terug op
kantoor installeer ik een nieuwe PC inclusief printer en een digitale camera.
Tijdens een kort onderhoud laat de directeur me een spreadsheet zien waarop de
goede werking van de ticketapparatuur moet blijken. “Kijk maar, de bedragen die
het geld-ophaal-bedrijf Brink uit de kluizen haalt
komt bijna altijd overeen met de bedragen die onze apparatuur registreren”,
vertelt hij me trots.
Na de middag komen enkele controleurs terug met foto’s die genomen zijn met het
digitale fototoestel. Ze hebben opdracht gekregen om onduidelijke verkeersborden-situaties te fotograferen. Ik ga aan de slag
om deze foto’s op te kunnen nemen in een rapportage.
Verder flink schiet ik flink op om inzicht te krijgen van hoe de TMA-computer werkt. Ik begrijp nu dat eens per week via een
POLLING alle statistische gegevens uit de ticketautomaten gelezen worden en dat
daarna o.a. de munttellers in de afzonderlijke automaten op nul gezet worden.
Ik ontdek dat één automaat (van de 36 apparaten) al sinds september vorig jaar
geen gegevens meer verstrekt en dat waarschijnlijk de telefoonverbinding niet
goed is. Ik snap nu ook hoe het zit met de alarmen. Een ticketautomaat geeft
bij sommige storingen een alarm af. Het apparaat belt dan de TMA-computer en in een aantal codes geeft hij aan wat de
storing is. Ik ontvang dan een alarm op de computer. Afhankelijk van de aard
van dit alarm zal er aktie moeten worden ondernomen. Verder ontdek ik dat de
automaten in tal van storingsgevallen gewoon blijven functioneren. Slechts bij
sommige storingen zet het apparaat zichzelf uit.
Ook maak ik een opzet voor mijn takenlijst en mijn agenda in OUTLOOK. Hoge
prioriteit in taken geef ik aan het verkrijgen van inzicht in te volgen
procedures w.b. storingafhandeling. Het opzetten van
een logboek van alle akties daarmee betrekking
hebbend lijkt me zeer zinnig.
De werksituatie is niet plezierig. 4 maal per dag is het een druk komen en gaan
van controleurs die hun ronde gaan doen, de deur naar de kantine staat altijd
open en gepraat en sigarettendampen verstoren mijn concentratie. Aan het einde
van de werkdag staat iedereen gedurende zo’n half uur
zinloos te wachten totdat de wijzer van de klok eindelijk 18:00 uur aangeeft.
Pas dan mogen ze huiswaarts gaan….en ik dus ook.
Ondanks dat best wel lekker bezig geweest.
Dag 3 - Het spel gaat beginnen
Poeh, daar
ga ik weer. Ik ben nog niet binnen of de directeur vraagt me om het mogelijk te
maken zijn emails te versturen en te ontvangen. Het
blijkt dat hij al maanden dat niet kan - dit ondanks dat alle voorzieningen die
daarvoor aanwezig zijn.
Daarna maak
ik weer een ronde langs de ticketautomaten; ook nu zijn er tal van problemen.
Daarna weer aan de slag om inzicht te krijgen in de TMA-computer
waarmee al die ticketautomaten toch moeten kunnen communiceren. In de loop van
de middag vraagt een controleur aan me of de automaten op een bepaalde plaats
goed gewerkt hebben. Wat afwezig antwoord ik - terecht - dat ik er geen
klachten op de computer van heb gekregen. Naderhand ontdek ik dat de meldingen
die ik van die automaten krijg geen goed beeld geven van hun werkelijke gedrag.
Ticketautomaten hebben tal van storingen die helemaal niet als alarm
doorgegeven worden! Ook ontdek ik hoe de TMA-computer
die informatie bewaart en verwerkt. Er wordt zo'n 2 ½
miljoen gulden per jaar mee verdiend! Ik zie dat er amper aktie dan wel
administratie bijgehouden wordt van wel gekochte- maar niet verstrekte kaartjes
die in de machine zijn blijven steken (een heel stapeltje heb ik al verzameld)
- deze mensen hebben geen bewijs dat ze een ticket gekocht hebben en zullen
moeten dokken wanneer gecontroleerd worden!
Thuisgekomen
besef ik pas welke consequentie mijn eerder gegeven antwoord w.b. het vrijgeven van deze apparaten heeft: nl. dat er dan opgestreden kan worden tegen overtreders. Ik
besef dat mijn antwoord speculatief is, want die TMA-computer
geeft informatie die voor geen cent deugt. Mensen krijgen dus onterecht een
naheffing. Ik kan er verder niet meer door slapen!
Meteen
nadat ik binnen ben vraag ik een gesprek aan met de directeur. "Ik heb zo'n bal in mijn buik waarvan U mijn eerste dag gezegd heeft
dat ik daarmee geen dienst kan beginnen".
Ik kan
meteen meekomen. Om mijn eerste onzekerheid weg te nemen wil ik weten of er
sprake is van bekeuren dan wel beboeten. Dit omdat er volgens mij helemaal geen
sprake is van een overtreding volgens de verkeerswet en ook betreft het -
volgens mij - slechts een soort van betaling voor extra administratiekosten
waarvoor de overtreder moet betalen. De directeur vertelt me dat dat inderdaad zo is en dat het een NAHEFFING heet. Daarna
vertel ik hem over mijn onzekerheid w.b. het
vrijgeven van ticketautomaten die ik onbetrouwbaar acht..
Hij zegt me dat het niet mijn verantwoordelijkheid is dat er naheffingen
opgelegd worden. De verantwoording hiervoor ligt bij de controleurs en hij
vertelt hij me dat er terdege rekening wordt gehouden met de omstandigheden ter
plekke - bijv. wanneer er meerdere auto's geen
kaartjes hebben dat de controleurs dan waarschijnlijk veronderstellen dat het
een storing betreft. Ook vertelt hij me dat zo'n 30 %
van alle bezwaarschriften erkend worden.
Mijn
volgende punt gaat over de hoogte van de naheffing en dat ik zie dat mensen uit
angst voor represailles meer betalen dan nodig is. Ik vertel dat een kennis mij
vertelde heeft dat hij altijd maar een dagkaart koopt. Ik zeg de directeur dat
zulk repressiegedrag overeenkomt met dat wat de maffia doet! . Helemaal
ontkennen wil de directeur deze visie niet, maar vertelt hij: "Op mijn
verzoek is dit bedrag verhoogd omdat de kosten van de controleurs niet betaald
konden worden vanuit de inkomsten van deze naheffingen".
Op mijn
vraag waarom de controleurs en ik hier binnen een Melkertbaanconstructie
zo weinig verdienen - terwijl er met ons werk zoveel geld verdiend wordt
(bepaald geen additionele arbeid) - verwijst hij naar zijn eerdere
argumentatie. Ik weet niet goed hoe hierop te antwoorden, maar ik verzeker hem
wel dat ik daarop terug zal komen.
Ook kan ik
het niet nalaten om hem te wijzen op de vreemde discrepantie tussen het
zogenaamde nobele streven van de overheid om auto's te weren uit centra en dat
tegelijkertijd bijna overal het aantal parkeerplaatsen in de stadscentra
uitgebreid wordt. Het gaat om geld en parkeren brengt geld in het laatje! De
directeur heeft daar geen problemen mee. Op mijn voorbeeld w.b.t.
de uitslagen van de referendums die er in Amsterdam zijn gehouden reageert hij
schouderophalend: "Ook in Lelystad wordt het aantal parkeerplaatsen in de
centra de komende jaren sterk uitgebreid" weet hij te vertellen.
Als ultiem item weet hij nog te vermelden dat ik er goed aan doe mijn
"BAL" te verteren.
Ik ga -
groggy - verder om een goede storingsadministratie op te zetten zodanig dat
daarmee inzicht verkregen kan worden op klachten, geconstateerde klachten,
reparaties en alarmen. Aan het einde van de dag ben ik - na weer dat
achterlijke half uurtje wachten - blij dat ik naar huis toe kan.
Ik kom
binnen en er staat een knul met een door stress schurftig aangezicht
voor mijn neus. Hij moet me een cursus in TMA-programmering
en onderhoud voor de ticketautomaten geven. Ik neem het initiatief en kom met
mijn vragen. Zo wil ik weten: waarom er fouten in de automaten zitten: o.a.
waarom de muntentelling niet goed is per tijdstip en waarom er geen alarmen
gegeven worden bij ernstige fouten in de automaten - hij weet geen verklaring
nog oplossing voor deze vragen. Hij zegt niet eerder van deze problemen gehoord
te hebben. Dat kan ik niet over mijn kant laten gaan, en ik pak een concreet
geval bij de kop. Omdat ik al aardig op de hoogte ben van structurele storingen
wijs ik hem op een automaat, die geen alarm heeft afgegeven, maar die wel
buiten bedrijf is. We gaan er in zijn bedrijfsauto naar toe. Hij heeft zijn
auto geparkeerd zonder ticket. Onder zijn ruitenwissers heeft één van de
parkeerwachters een naheffing gestopt, maar hij is niet geldig, en erop staat "Geintje - groetjes ******". Terplekke weet
hij de klacht niet op te lossen. Als we weer terug zijn bij het kantoor is er
geen vrije parkeerplek in de buurt en de man parkeert zijn automobiel
(waarop met grote letters "Schmitt
Parkeerbeheerssystemen" staat) op het trottoir.
Bozig wijs ik hem op het feit dat hij de parkeerwachters daar geen dienst mee
bewijst. Hun imago is al niet best. Ik vertel hem dat ik een volgend keer de
politie zal bellen (parkeerwachters kunnen niet
verbaliserend optreden bij verkeerd parkeren).
De man wat pissig geworden vertelt me over wat rare zaken in Lelykstad bijv. dat er een bon uitgedraaid wordt met het
precieze aantal munten wanneer Brink de muntkluizen van de automaten leegt, en
verder dat hier erg veel technische storingen zijn.
Schurftiger
dan hij gekomen was vertrekt de man in het begin van de middag naar een
volgende klant.
Ik neem me
voor om mijn collega's voortaan parkeerwachters te noemen en niet meer
controleurs; dit omdat daarmee eer gedaan wordt aan hun taak. Immers zij zijn
het die er uiteindelijk zorg voor dragen dat parkeren ordelijk gebeurd en dat
is in het belang is van alle mensen die willen parkeren in de centrums.
Het is
zaterdag en ik moet werken. Op de test- en onderhoudsronde ontdekken we dat een
automaat verkeerde bonnen afgeeft. Op sommige transacties wordt een bewijs
verstrekt dat mensen dupeert. Ondanks mijn dringende verzoek om de machine uit
te zetten moet hij gewoon aan blijven - want hij doet het voor al die andere
bedragen immers wel goed.
Die middag
komt er een mevrouw aan het loket met de klacht dat ze geld in een automaat
heeft gestopt en dat er geen bonnetje uitkwam. Ik weet dat de betreffende
automaat inderdaad soms geen kaartjes verstrekt maar kan niet voorkomen dat ze
- net als iedereen het standaard formulier in handen gedrukt krijgt met het
verzoek dit in te vullen en op te sturen naar de gemeente. Mevrouw moet dan
weken wachten op antwoord en het antwoord is dat ze haar geld niet terug krijgt
omdat er geen bewijs is voor haar transactie. Ik heb er goed de pest in en ik
ga erop uit om te proberen bewijslast te verzamelen om deze fout aantoonbaar te
maken. Helaas kan ik het betreffende kaartje niet in de automaat vinden.
De
procedure voor de afhandeling van naheffingen is zodanig dat wanneer er eenmaal
een naheffing in het systeem binnen gekomen is, wij (WIJ?) van parkeerbeheer
daar verder geen inbreng meer mee hebben. Het ligt dan bij het gemeentehuis. En
wat is dit weer een voorbeeld van ergerlijke ambtenarij en arrogantie. Een
loket openen waar mensen met klachten kunnen komen en het tegelijkertijd
onmogelijk maken dat er op veel van die klachten aktie ondernomen kan worden.
Nou weet ik ook wel dat dit loket er ook is voor informatie en het aanvragen
van abonnementen, maar dat pantserglas zit er niet voor niets.
Terwijl ik
naar mijn werk fiets (zo noem ik het dus al) bedenk ik: wil ik goed kunnen
functioneren dan zal er meer moeten gebeuren dan alleen maar zorgen dat de
computers goede cijfertjes leveren. Niet alleen technisch moet er veel
veranderen ook organisatorisch is het er een zooitje. Zo vertelde de man van de
parkeerautomaten (de firma Schmitt) me dat het aantal
storingen hier in Lelystad onbegrijpelijk hoog is. Dordrecht (een soortgelijke
stad) kent jaarlijks net zoveel klachten zijn als wij dagelijks hebben! Ik weet
wel hoe dat komt en ik besluit de direkteur daarover
aan te spreken. De man reageert laconiek en zegt dat ik maar goed moet
luisteren naar de parkeerwachter die de storingen verhelpt. Hij is de
deskundige en niet ik. "Dat schiet lekker op met die bal", bedenk ik.
Later die
middag spreek ik de directeur weer aan. Nu over zijn eerdere stelling van dat
de parkeerwachters zichzelf moeten bekostigen met de naheffingen. Ach, wat ben
ik boos geworden toen ik daar wat dieper over nadacht. Er wordt jaarlijks 1,9
miljoen gulden aan parkeergelden verdiend, met daarbij 0,6 miljoen aan
naheffingen. Als de parkeerwachters die 1,9 miljoen niet mee helpen verdienen,
wie verdient dat geld dan wel? De directeur zeker! Overheadkosten schijnen voor
sommige mensen niet te bestaan (vooral als ze zelf de grootste overhead
kostenpost zijn!!).In het vuur van mijn betoog vertel
ik de directeur ook over mijn dagboek op het internet. "Daar moeten we
morgen maar eens verder over spreken", besluit hij het gesprek.Die
dag maak ik nog een prachtige tekening van hoe de topologie van het nieuwe
computer netwerk eruit moet zien, maar mijn gedachten heb ik er niet echt bij.
Het heeft geen zin meer.
Dag 8 - De bal dáár waar hij hoort
Ik heb me
voorgenomen dat er duidelijkheid moet komen. Het wachten is op het gesprek met
de directeur. Collega's vertel ik al dat het straks waarschijnlijk over en uit
zal zijn. Niemand reageert er betrokken op, maar wanneer enkele collega's van
ronde terugkomen, en ze me niet zien - ik was wat verscholen achter in de
kantine de inventaris van reserveonderdelen aan het opmaken - hoor ik toch
vragen of ik er nog wel ben. Vrolijk antwoord ik dat het gesprek nog niet
geweest is en tevens vertel ik ook aan hen over dit dagboek op internet. Even
later komt de betreffende collega naar me toe met de vraag waar ze me op het
internet kan vinden. De hele ochtend verstrijkt, en ik ga er zelfs zowaar nog
op uit om wat papier te vervangen in enkele automaten in het centrum. Ik moet
daarvoor een dienstfiets nemen die in de fietsenkelder van het stadhuis staat.
Het zijn spiksplinternieuwe fietsen die afkomstig zijn van de nieuwe Giant fietsenfabriek die in Lelystad gekomen is. De eerste
herenfiets die ik pak heeft een lege voorband. Als ik de 2e pak blijken hiervan
zelfs beide banden leeg te zijn. Na oppompen van de band van de eerste fiets
blijkt het een puik karretje te zijn. Ik schuur er lekker op los; eindelijk
weer eens een fiets met goede remmen, die niet doortrapt! In de automaten vind
ik bij elkaar nog 3,50 aan munten die vreemd genoeg gewoon in de uitworp
geldbakjes liggen. Ik steek ze maar in mijn zak.
's-Middags is het eindelijk zover. En samen
met de mij toegewezen begeleidster (ik was me van deze extra funktie van haar niet bewust - maar ze was er ook bij
tijdens de sollicitatiegesprekken) nemen we aan de tafel plaats. Lekker vind ik
dat - er voor gaan. Doelbewust inkoppen die bal. Niets geen
flauwekul meer. Ik donder hem het hele zooitje terug in de schoot. De
schandalige arbeidsovereenkomst van de ID-baan, dat
ik tegenstander ben van het parkeerbeleid in Lelykstad
en dat ik als dwangarbeider helemaal niet loyaal ben met zijn bedrijf. Dat hij niets te zeggen heeft over mijn dagboek en dat zijn
geheimhoudingsplicht op mij niet van toepassing is (ik heb het arbeidscontract
nog niet ondertekend) - en dat als er al iemand schuldig is aan verbreken van
die geheimhoudingsplicht, dat hij het dan zelf is!
Na afloop
kan ik mijn boeltje inpakken. Op staande voet ontslagen. Door alles wat er
gebeurd is ben ik vergeten de fl. 3,50 af te geven.
Lelystad,
19 februari 2001
Betreft :
Ontslag in proeftijd
Geachte
heer Verhoef,
Naar
aanleiding van onze gesprekken, op donderdag 15 februari 2001 en in
aanwezigheid van uw coördinator op vrijdag 16 februari 2001 deel ik u het
volgende mede.
In de
functie waarin u bent aangesteld bent u verantwoordelijk voor de parkeerticketautomaten het computersysteem, de
handterminals alsmede de gehele automatisering bij
Parkeerbeheer en stichting Perspectief. Dit is een werkplek die het
zenuwcentrum van de organisatie betreft.
In uw
arbeidsovereenkomst staat mede daarom uitdrukkelijk vermeld dat u verplicht
bent tot geheimhouding. Geheimhouding over de werkprocessen en werkwijze van
Parkeerbeheer en de werking van automaten. Informatie over deze zaken kan en
mag onder geen enkel beding door u naar buiten worden gebracht.
U meldde
mij donderdag dat u uw ervaringen c.q. belevenissen op het internet deelde met
anderen. Daarop heb ik u gewezen op artikel 6 in uw arbeidsovereenkomst. U
reageerde daarop dat u de arbeidsovereenkomst niet getekend had. U vond dat u
een klokkenluider kon zijn, of de vuile was kon buiten
hangen. Ik heb u daarop geantwoord dat u problemen kunt melden aan uw
leidinggevende en dat deze daarna spoedig actie zou nemen. Het is niet aan u om
eventuele zaken, binnen de veertien dagen die uw dienstverband heeft geduurd,
naar buiten te brengen.
Op vrijdag
heb ik samen met uw coördinator, mevrouw *******, een gesprek gevoerd over de
ontstane situatie. Daarin bent u niet overgegaan tot het tekenen van de uw aangeboden arbeidsovereenkomst.
De
argumenten die u daarbij naar voren bracht vat ik samen in een aantal
kernpunten.
- u voelt
zich een dwangarbeider
- u vreest
door te gaan werken er financieel op achteruit te gaan
- u heeft geen interesse of verbondenheid met Perspectief en/of
parkeren
- u voelt
er eigenlijk niet veel voor om te (moeten) gaan werken
Omdat u
daadwerkelijk gaat worden aangesproken op de verantwoordelijkheden die in uw
aanstellingsbrief staan vermeld is het noodzakelijk voor mij om op u te kunnen
rekenen. Niet alleen qua inzet, maar meer nog in het kader van integriteit,
loyaliteit en betrouwbaarheid.
Uw
betrouwbaarheid moet geen punt van gesprek zijn. Noch voor mij noch voor uw
collegae op de werkvloer mag er twijfel ontstaan over uw loyaliteit. In uw stellingname komt echter naar voren dat u zich niet loyaal
kunt op stellen omdat u gedwongen bent, op straffe van
korting op uw uitkering, om bij Perspectief te gaan werken.
Ik heb
geconcludeerd dat dat voor mij en voor u zelf geen
basis is om verder te kunnen werken. Op grond daarvan heb ik de
arbeidsovereenkomst met u op staande voet opgezegd, waarbij ik u heb gewezen op
mogelijke juridische consequenties indien (onverhoopt) er dankzij uw acties
(rechtstreeks of indirect) problemen ontstaan rondom Parkeerbeheer.
Uw salaris
over de gewerkte dagen kunt u eind deze maand verwachten. Ik wens u veel succes
met de verdere stappen in uw leven.
Directeur
Perspectief
Kopie:
Gemeente Lelystad, afd. SZ, tav
mevr J. van de Water Coördinatoren - Administratie
De (straf)maatregel van de Sociale Dienst
02-05-2001
onderwerp:
Herziening uitkering ingevolge de Algemene bijstandswet.
Geachte
heer/mevrouw,
Uit
onderzoek is gebleken dat u door eigen toedoen werkloos bent geworden.
Omdat u
blijk hebt gegeven van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor
de voorziening in het bestaan, stemmen wij de bijstandsverlening daarop af.
Gelet op
het vorenstaande wordt de uitkering ingaande 1 maart
2001 gedurende 1 maand verlaagd met f 1 .622,54 per maand, zijnde 100% van de
aan u toegekende bijstandsnorm inclusief de gemeentelijke toeslag of korting en
vakantiegeld.
Deze
beslissing berust op de artikelen 7, 14, 30, 33, 38, 42, 65, 73 en 113 van de Algemene
bijstandswet en de artikelen 3 en 5 van het Maatregelenbesluit Abw, loaw en loaz
alsmede op artikel 3 van de Verordening algemene
bijstand.
U kunt
bezwaar maken tegen vorenstaande beschikking binnen een termijn van zes weken.
Deze
termijn begint op de dag nadat deze beschikking is verzonden. U kunt dit
bezwaarschrift indienen bij burgemeester en wethouders van de gemeente
Lelystad.
lndiening van een bezwaarschrift is ook mogelijk indien u van
mening bent dat deze beslissing niet of niet juist wordt uitgevoerd.
Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van Lelystad,
namens
dezen,
afdelingshoofd uitkeringen en activering,
Gemeente
Lelystad
Sociale
Zaken
Postbus 91
8200 AB
Lelystad